Jeugdbeleid

Beleidsplan Jeugdbeleid

Logo 1dv

De doelstellingen van het jeugdbeleid zijn o.a. zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid bevorderen, actieve maatschappelijke participatie van jongeren, bewustwording en bevordering van een gezonde levensstijl en het bieden van een veilige leer, leef- en speelomgeving.

Wanneer signalen wijzen op structurele problemen, dient er een passend aanbod van hulpverlening en zorg te zijn voor die jongeren die dat nodig hebben.

De 1e Demokritische Volksbeweging vindt het aanbevelenswaardig dat ouder(s) in verwachting van een eerste kind een gratis opvoedcursus gaat/gaan volgen, waar een aantal elementaire pedagogische principes aangeboden en ingeslepen worden. (voor een brommer is zelfs een rijbewijs vereist) Ouders dienen optimaal te worden voorbereid op hun opvoedtaken. Veiligheid en zekerheden bieden is naast een liefdevolle houding essentieel. Daarin kunnen redelijk consequent handelen en goede onderlinge afspraken van cruciale waarde zijn. Eensgezindheid bij opvoeders geeft de duidelijkheid en veiligheid die kinderen nodig hebben. Kinderen verantwoordelijkheden geven, ook omtrent omgangsvormen is essentieel. Van op zijn tijd een complimentje geven wordt niemand slechter.

Een van onze speerpunten is armoedebestrijding. Dit kan o.a. door het minimumloon structureel te verhogen waardoor ook uitkeringen worden opgetrokken, waardoor geen kind meer onder de armoedegrens hoeft op te groeien. (Zie ook speerpunt Sociaal) Daarmee worden heel veel problemen op lange termijn voorkomen. Gezondheid promoten en goed onderwijs aanbieden zorgen voor goede perspectieven voor de toekomst van kinderen.

Kinderen hebben recht op een goede fysieke en psychische ontwikkeling. Daarbij is gezond zijn en blijven van cruciaal belang. Daarbij zou De 1e Demokritische Volksbeweging pleiten voor gezond voedsel, vrij van btw-heffing. In het kader van de bestrijding van obesitas zou ongezond (o.a. suiker, zout, vet) zwaar belast moeten worden, waarbij 25% BTW als een minimaal percentage zou moeten gelden. Daarnaast moet de fysieke ontwikkeling gestimuleerd worden door elk kind de mogelijkheid te bieden minimaal 1 sportonderdeel naar keuze gratis te kunnen beoefenen, naast gym op school door een vakleerkracht en de terugkeer van schoolzwemmen.

Ouders zouden in het geval van fysieke en/of psychische mishandeling van kinderen, intensief moeten worden begeleid. Komen de problemen voort uit voortdurende onenigheid tussen twee (wel of niet gescheiden) ouders, is uithuisplaatsen of een omgangsverbod van een van de ouders een optie die de voorkeur heeft boven het weghalen van kinderen uit hun vertrouwde, maar tevens onveilige omgeving. Elk kind dient zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te blijven. De allerlaatste optie is uithuisplaatsing van een kind, op voorwaarde dat er plek is bij een warm gastgezin. Gaat het om twee of meer kinderen (broertjes/zusjes), dan dient de eis te zijn dat die samen op 1 adres worden opgevangen, tenzij het absoluut duidelijk is dat dit uit veiligheidsoverwegingen niet wenselijk blijkt.

Te vaak komen kinderen tegenwoordig na ingrijpen van Jeugdzorg in een liefdeloze omgeving, vergelijkbaar met een gevangeniscel, niet zelden voor minimaal een jaar!

Een uithuisplaatsing mag alleen plaatsvinden onder uitzonderlijke omstandigheden, zoals voortdurende mishandelingen door één of beide ouders. In veel gevallen kunnen buddy’s het gezin ondersteunen en helpen bij het oplossen van ontstane problemen.

Raad van de kinderbescherming (RVDK), gecertificeerde instelling (GI’s) en rechters zijn verplicht om actieve informatie te verstrekken. Rechters zijn verplicht, zeker waar het kinderen betreft, zich te toetsen aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Bekend is dat meer dan 85% van alle dossiers met betrekking tot kinderen niet klopt! Dit is volstrekt onacceptabel.

In art. 16 van de kinderrechten staat dat niemand zich zomaar mag bemoeien met het privéleven en gezinsleven van kinderen. Niemand mag ongevraagd de woning van een kind betreden. Het gezag over kinderen dient bij de ouder(s) te liggen, niet bij de staat. Voor ingrijpende maatregelen geeft/geven de opvoeder(s) toestemming, niet de staat.

https://kzworld.info/throw/minidocu-tom-en-het-jeugdzorgdossier/a6efY7uxmXuFeoc

Jeugdzorg moet efficiënter en eenvoudiger. Niet zelden worden meerdere instanties ingezet, die vervolgens ook nog eens los van elkaar (tegenstrijdige) trajecten uitzetten. Jeugdzorg na geconstateerde problemen dient kindgericht te zijn, waarbij de eigen omgeving zo veel mogelijk een onderdeel van het beleid is. Indien hulpdiensten worden ingezet, met de nadruk op preventieve zorg en gedragingen, kan ouders en daardoor uiteraard hun kinderen, perspectief geboden worden op een evenwichtige opvoeding. Dat voorkomt heel veel onnodige ellende. Daarnaast zal het huidige bedrag van 3,5 miljard, dat jaarlijks ingezet wordt voor een lang niet altijd optimaal jeugdbeleid, structureel kunnen zakken. 

Uiteraard dienen er regels en afspraken te zijn die voor een kind logisch en begrijpbaar zijn. Die dienen grosso modo te worden nageleefd, waarbij de opvoeder niet alles moet willen zien en horen.
Wordt er ingegrepen, dan zal vaak een eenzijdige maatregel nodig zijn, maar een discussie in redelijkheid mag niet uit de weg worden gegaan. Het appelleren aan eigen verantwoordelijkheid en het accepteren van de gevolgen van eigen (fout) gedrag zijn wezenlijke onderdelen van een evenwichtige opvoeding.  https://rientshofstra.nl/blog/2020/enkele-opvoedtips-uit-ervaring